Economisch vertrouwen was lang niet zo hoog
Het economisch vertrouwen van Europese consumenten en bedrijven is in april sterk gegroeid. Binnen de Europese Unie steeg de index waarmee de Europese Commissie de economische stemming meet naar 109,7 punten; het grootste puntenaantal sinds 2018.
Ook in de eurozone steeg het economische vertrouwen flink. In de negentien landen die de euro als valuta gebruiken, stond het gemiddelde puntenaantal in april op 110,3. Ook dat puntenaantal is sinds de uitbraak van de wereldwijde coronapandemie niet meer voorgekomen.
Dit blijkt uit de Economic sentiment indicator (ESI), de index waarmee de Europese Commissie de economische stemming van onder andere de dienstensector, industrie en consumenten meet. Dat doet de Commissie maandelijks bij alle landen die tot de Europese Unie of de eurozone behoren.
Volgens de Commissie komt de stijging van het vertrouwen voornamelijk door de positiviteit omtrent de vaccinaties, de versoepelingen van de lockdowns en het economische herstel.
Nederland staat met 108,6 punten in de middenmoot; Zweden heeft met 117,5 het grootste puntenaantal van alle Europese landen. Ook in grote EU-economieën als Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje is er sprake van een opwaartse trend in het economische vertrouwen.
In alle bedrijfssectoren nam het vertrouwen toe, net als bij consumenten. In de industrie is het vertrouwen zelfs naar een nieuw recordniveau gestegen dankzij optimisme bij ondernemers over de productie en orders.