Gemeenten maken parkeervergunningen duurder  

Gemeenten verhogen de prijs voor een parkeervergunning om tekorten te kunnen opvangen. De prijs wordt gemiddeld met 3,3 procent verhoogt blijkt uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis (VEH). Volgens de belangenvereniging zitten er grote uitschieters bij, zoals een verdubbeling van het parkeertarief in het Overijsselse Oldenzaal en een forse stijging in Utrecht.  
 
De gemiddelde stijging ligt aanzienlijk hoger dan de verwachte inflatie volgens de VEH. Daarnaast wijst de VEH erop dat huizeneigenaren ook al te maken krijgen met een forse stijging van de gemeentelijke woonlasten. Onder andere de onroerendezaakbelastingen (OZB) gaan ook omhoog.  
 
Utrecht verhoogt de prijs van een parkeervergunning voor bewoners in het centrum van 354 euro naar 442. Dit is een stijging van maar liefst bijna 25 procent. De gemeente Utrecht is bezig om de binnenstad ‘autovrij’ te maken, maar wil met de verhoging ook financiële tegenvallers opvangen, aldus de VEH.  
 
In de hoofdstad gaat het tarief slechts met 1 procent omhoog. Echter is parkeren in Amsterdam al jarenlang vrijwel onbetaalbaar. Het tarief voor een vergunning ligt met 567,48 euro maar liefst negen keer zo hoog als een vergunning in Den Haag. De onderzoekers hebben één gemeente gevonden waar het parkeertarief omlaag gaat: Katwijk.  
 
Volgens Vereniging Eigen Huis belasten de gemeenten auto- en huizenbezitters met hun budgetproblemen. “Sommige gemeenten grijpen alle middelen aan om de tekorten in het sociaal domein aan te vullen”, aldus directeur belangenbehartiging Karsten Klein. Hij roept de landelijke politiek op om de gemeenten meer bestedingsruimte te geven.