Nederlandse economie kromp in 2020 harder dan ooit

De Nederlandse economie is afgelopen jaar met 3,8% gekrompen, blijkt uit de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit is de grootste krimp ooit gemeten. De krimp was dus ook groter dan in 2009, het eerste jaar van de kredietcrisis. Toen kromp de Nederlandse economie met 3,7%. Opvallend detail is de lockdown die eind vorig jaar werd ingevoerd. Uit de cijfers blijkt dat de lockdown relatief weinig invloed heeft gehad op de economie.  

In het laatste kwartaal van 2020 moesten eerst alle horecazaken de deuren sluiten, waarna in december ook alle niet-essentiële winkels volgden. De impact op de getroffen sectoren was enorm, maar de krimp van de gehele Nederlandse economie bleef beperkt. In het laatste kwartaal daalde de economie met slechts 0,1% ten opzichte van het kwartaal ervoor. 

De krimp bleef in het laatste kwartaal van 2020 zo laag, omdat de invoer en uitvoer van goederen en diensten steeg. Daarnaast liepen de investeringen ook op. Beide zaken dempte de gevolgen van het feit dat huishoudens minder hebben uitgegeven tijdens de lockdown.  

Vooral in het tweede kwartaal in 2020 is de Nederlandse economie hard geraakt. Er was namelijk sprake van de grootste krimp ooit gemeten in een kwartaal (-8,5%). Daarna herstelde de economie snel met de grootste groei ooit gemeten (7,8%). Vervolgens stabiliseerde de economie in het laatste kwartaal, wat resulteerde in een krimp van 3,8% over het gehele jaar. 

De Nederlandse economie is vooral gekrompen doordat consumenten minder uitgaven. Zo is er natuurlijk minder geld uitgegeven aan de horeca, kleding en culturele evenementen en reizen. Aan elektrische apparaten, voeding en woninginrichting is juiste meer uitgegeven in 2020. 

Vooral de horeca is afgelopen jaar hard geraakt. De gehele sector droeg 41% minder bij aan de economie dan het jaar ervoor. Ook de sector cultuur, recreatie, sport en overige diensten droeg flink minder bij aan de economie dan het jaar ervoor. Afgelopen jaar droeg de sector 24,5% minder bij. Daaronder vallen onder meer festivals, sportwedstrijden en theatervoorstellingen.