Prijzen nieuwbouwwoningen hard gestegen
Kopers van nieuwbouwwoningen betaalden in het laatste kwartaal van vorig jaar maar liefst 8,7 procent meer dan een jaar daarvoor. Dat is minder dan in het derde kwartaal, toen er een stijging was van 10 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Tevens blijkt dat de prijzen in het vierde kwartaal op de Nederlandse woningmarkt harder gestegen zijn dan veel andere EU-landen.
In de laatste drie maanden van vorig jaar zijn er 10.744 nieuwbouwwoningen verkocht. Dat was 53,5 procent meer dan in het vierde kwartaal van 2019. Voor die verkochte woningen is dus gemiddeld 8,7 procent meer betaald. Dit is ongeveer hetzelfde als de stijging bij bestaande koopwoningen in die periode: 8,8 procent.
In tegenstelling tot nieuwbouwwoningen steeg de prijs van bestaande koopwoningen in het vierde kwartaal wel harder dan in het kwartaal daarvoor, voor maar liefst de vierde keer op rij.
Vergeleken met andere Europese landen stegen de prijzen van Nederlandse koopwoningen in het vierde kwartaal bijzonder hard. Om de landen te vergelijken wordt de huizenprijsindex gebruikt en volgens die index stegen de woningprijzen (nieuwbouw en bestaande woningen samen) in Europa gemiddeld 5,7 procent.
Op de ranglijst van 26 EU-landen (zonder Griekenland) staat Nederland op een zesde plaats. Alleen in Luxemburg, Denemarken, Litouwen, Tsjechië en Polen was de stijging nog wat groter. Luxemburg spande de kroon; de nieuwbouwwoningen werden daar in het laatste kwartaal gemiddeld 16,7 procent duurder. In geen enkel EU-land daalden de prijzen.