Topverdieners krijgen zes keer zoveel loon
De topmensen in de duizend grootste Nederlandse bedrijven verdienden vorig jaar gemiddeld 5,9 keer zo veel als de doorsnee voltijdmedeweker. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee is de loonkloof even groot als in 2019.
Er zijn wel grote verschillen tussen sectoren. In de handel is de loonkloof het grootst. Daar verdiende de top gemiddeld 11,2 keer zo veel als ‘gewone’ werknemers bij hetzelfde bedrijf. In het onderwijs is de kloof met 2,4 keer het kleinst. In die sector geldt, samen met de zorg, de Wet normering topinkomens. Deze wet stelt bepaalde grenzen aan de verloning voor topmensen.
Lang was het verschil tussen top lonen en gewone lonen het grootst in de financiële dienstverlening. Sinds 2016 is de kloof hier echter gezakt van 15,7 keer naar ‘slechts’ 9,3 keer. De loonkloof in haar geheel zakte ook de afgelopen jaren. Tussen 2010 en 2017 liep ze op van 5,5 tot 6,1 keer, waarna ze weer daalde naar 5,9 keer.
Dat er een groot verschil tussen de lonen zit, betekent ook niet altijd dat de top bijzonder veel verdient. In sommige sectoren, zoals de horeca en de handel, pakt eerder het loon van werknemers laag uit doordat er bijvoorbeeld veel jongeren werken.
Als naar alle bedrijven in Nederland wordt gekeken, blijkt dat 252.000 werknemers minstens 100.000 euro per jaar verdienen. Dat is 3 procent van alle werknemers. In 2010 ging het nog om 133.000 werknemers. Ook het aantal vrouwen dat meer dan 100.000 euro per jaar verdient is toegenomen, van 10 naar 18 procent.
Mannen zijn nog steeds in de meerderheid aan de top, maar het aantal vrouwen wordt wel groter. In tien jaar tijd steeg het aantal topvrouwen van 17 naar 26 procent. Voornamelijk in de zorg zijn vrouwen in de meerderheid aan de top.